Bijtelling privégebruik auto terecht toegepast ondanks gereconstrueerde rittenregistratie

schedule 1 mei 2025
bookmark_border Fiscaal, Ondernemer, DGA



Een werknemer kan de bijtelling voor privégebruik auto niet vermijden met een achteraf
opgestelde rittenregistratie. Ook een verbod op privégebruik door de werkgever doet
daar niets aan.





Een supermarktmanager rijdt in 2019 en 2020 in een BMW X5 van de zaak. Hij heeft een
verklaring geen privégebruik auto, maar kan bij een controle geen originele rittenregistratie
overleggen. Die was volgens hem opgeslagen op een zakelijke computer die hij na uitdiensttreding
niet meer kon benaderen. Daarom levert hij een reconstructie aan op basis van oude
registraties uit 2014 en 2015. De inspecteur accepteert dit niet en legt naheffingsaanslagen
loonheffingen en verzuimboetes op. De man tekent beroep aan.


Gereconstrueerde rittenregistratie voldoet niet De rechtbank oordeelt dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd dat hij minder
dan 500 kilometer privé heeft gereden met de auto. De reconstructie op basis van oude
gegevens is te onbetrouwbaar. Ook het verbod op privégebruik in de bruikleenovereenkomst
met de werkgever biedt geen soelaas, omdat er geen controle op dat verbod plaatsvond.
Verder stelt de man wel dat hij ook privéauto’s had, maar hij onderbouwt dat niet.
De naheffingsaanslagen blijven dus in stand. De verzuimboetes worden vanwege overschrijding
van de redelijke termijn (undue delay) met 5% gematigd.


Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 10-04-25 (gepubl. 28-04-25).


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-961544