Duurzame band met Nederland verhindert 30%-regeling Oekraïense werknemer
Het verzoek van een Oekraïense werknemer om toepassing van de 30%-regeling wordt afgewezen, Een man met de Oekraïense nationaliteit komt op 10 mei 2023 samen met zijn echtgenote Motief voor komst naar Nederland niet relevant Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het motief waarom iemand naar Nederland komt Duurzame band met Nederland wel aanwezig De rechtbank concludeert echter dat de man op het moment van het aangaan van de arbeidsovereenkomst Bron: Rb. Noord-Holland 23-07-2025 (gepubl. 01-09-2025).
omdat hij bij het aangaan van het dienstverband al een duurzame band met Nederland
had en daarmee niet als ‘ingekomen werknemer’ kwalificeert.
en kind naar Nederland vanwege de oorlog. Hij krijgt een tijdelijk verblijfsrecht
op basis van de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming en schrijft zich in bij
de basisregistratie personen. Het gezin verhuist eerst naar de ene plaats en vanaf
5 juni 2023 naar een andere plaats, waar zij een huurovereenkomst aangaan. Vanaf zijn
komst naar Nederland werkt de man op afstand voor een Israëlisch bedrijf, wat een
voortzetting is van werkzaamheden die hij eerder in Oekraïne uitvoerde. Op 13 november
2023 treedt hij in dienst bij een Nederlandse werkgever. Zowel de man als zijn werkgever
verzoeken om toepassing van de 30%-regeling, maar de inspecteur wijst dit af omdat
de man al in Nederland woonde en werkte bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst.
niet van doorslaggevende betekenis is voor de 30%-regeling. Sinds de invoering van
het begrip extraterritoriale kosten is de definitie van ingekomen werknemer ongewijzigd
gebleven. Bij het aanvaarden van een dienstbetrekking spelen altijd privéredenen mee,
zoals het vluchten voor een oorlog of het aantrekkelijker vinden van een andere leefomgeving.
De rechtbank oordeelt ook dat de man ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst
niet in Nederland werkte in de zin van de wet, omdat zijn werkzaamheden voor het Israëlische
bedrijf voortkwamen uit een eerder in Oekraïne aangenomen opdracht.
wel een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had. Het gezin woonde al
zes maanden in Nederland en had een huurovereenkomst afgesloten. Het tijdelijke karakter
van de verblijfsvergunning verhindert het ontstaan van een duurzame band niet, omdat
deze vergunning wel de mogelijkheid biedt om een baan te vinden. De stelling dat er
eigendom in Oekraïne is en dat het leven daar goedkoper is, doet geen afbreuk aan
deze vaststelling. Ook de intentie van de man speelt geen rol bij de woonplaatsbepaling.
De rechtbank verklaart het beroep daarom ongegrond.