Jarenlang kantoorpand toch woning voor 2% overdrachtsbelasting na beperkte aanpassingen
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat een oorspronkelijk als woning gebouwd pand Op 31 december 2020 koopt een bv samen met een andere bv een pand dat oorspronkelijk Beoordeling vereiste aard en noodzakelijke aanpassingen Het hof stelt voorop dat doorslaggevend is of het pand naar zijn bouwaard voor bewoning Bron: Hof Den Bosch, 25-06-2025.
dat werd verbouwd tot kantoor, zijn woningkarakter behoudt als slechts beperkte aanpassingen
nodig zijn om het weer bewoonbaar te maken.
als woning is gebouwd, maar sinds de jaren 70 als kantoor wordt gebruikt. Direct daarna
verkopen zij die onroerende zaak door aan drie stichtingen. Het pand, dat tijdelijk
anti-kraak wordt bewoond, heeft een gemengde bestemming. Bij aankoop voldoen de bv’s
6% overdrachtsbelasting en maken bezwaar: volgens hen is nog steeds sprake van een
woning in de zin van art. 14, lid 2 Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) zodat
het tarief 2% bedraagt. De inspecteur vindt van niet: het pand is door verbouwingen
en gebruik als kantoor zijn woningkarakter kwijt.
is bestemd, óók na verbouwingen. Ook als het object voor kantoor is ingericht, behoudt
het zijn woningaard zolang niet méér dan beperkte aanpassingen nodig zijn voor terugkeer
naar bewoning. In deze zaak vindt het hof dat relatieve simpele ingrepen — zoals het
dichten van gaten voor luchtventilatie en systeemplafonds herstellen — volstaan om
het pand weer geschikt te maken voor bewoning. Ruimten als de keuken en badkamers
zijn aanwezig. Daarmee kwalificeert het pand ten tijde van de levering weer als woning.
Het hof verklaart het hoger beroep gegrond en bepaalt dat de bv recht heeft op het
woningtarief van 2%. In plaats van € 24.540 (6% tarief) is de bv slechts € 8.180 aan
overdrachtsbelasting verschuldigd.