Ongerealiseerde waardedaling telt mee in box 3, buitenlandse woning blijft buiten beschouwing
Een man heeft voor het jaar 2018 een aanslag IB/PVV gekregen naar een forfaitair bepaald In geschil is of het inkomen dat de inspecteur heeft vastgesteld in box 3 juist is Ongerealiseerde waardeveranderingen horen bij werkelijk rendement De Hoge Raad verduidelijkt dat het werkelijk rendement in box 3 óók ongerealiseerde Voor de Franse woning geldt dat deze buiten het werkelijke rendement valt zolang deze Bron: Hoge Raad, 18-07-2025.
box 3-inkomen van € 44.054. Zijn box 3-vermogen bestond uit bank- en spaartegoeden,
aandelen, obligaties en een tweede woning in Frankrijk. In 2018 behaalde hij € 20.764
aan rente- en dividendinkomsten (€ 650 rente en € 20.114 dividend). De inspecteur
en de man zijn het erover eens dat toepassing van de Wet rechtsherstel box 3 niet
tot een verlaging van de aanslag leidt, omdat het daaruit volgende inkomen in box
3 zelfs hoger zou zijn.
vastgesteld. Het hof oordeelt dat, gelet op het kerstarrest, alleen het werkelijk
behaalde rendement mag worden belast. Ongerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen
tellen volgens het hof niet als het werkelijk behaalde rendement. Ook de tweede woning
in Frankrijk levert geen box 3-inkomen op omdat deze niet wordt verhuurd. Het hof
vermindert daarom de aanslag met inachtneming van alleen de genoten rente en dividend.
waardeveranderingen van beleggingen omvat. Daarmee corrigeert hij de opvatting van
het hof. Toch heeft deze correctie geen invloed op de uitkomst in deze zaak, omdat
de man een waardedaling op zijn beleggingen heeft geleden en dit niet is weersproken
door de inspecteur.
niet wordt verhuurd. De Hoge Raad verwijst hiervoor naar zijn arrest van 6 juni 2024.
De aanslag wordt daarom gebaseerd op de daadwerkelijk ontvangen rente en dividend.
(Wet: Artikel 5.2 – Wet inkomstenbelasting 2001 | NDFR).