Partnerfaciliteiten erfbelasting ondanks kort partnerschap
Iemand die slechts korte tijd fiscaal partner is geweest, kan in principe toch de Een getrouwde vrouw werkt als praktijkondersteuner huisarts/doktersassistente ouderenzorg Geen fraus legis Hof Den Bosch oordeelt dat er geen sprake is van fraus legis. Hoewel het geregistreerd Bron: Hof Den Bosch 09-04-2025 (gepubl. 18-04-2025), Rb. Zeeland-West-Brabant 13-07-2023
partnerfaciliteiten in de erfbelasting benutten.
bij een huisartsenpraktijk. Vanaf maart 2014 begeleidt zij een patiënt met een spierziekte.
Deze man benoemde de vrouw in maart 2015 tot zijn enig erfgenaam. De vrouw en haar
echtgenoot scheiden in juli 2015. Op 6 augustus 2015 gaan de vrouw en de patiënt een
geregistreerd partnerschap aan. De patiënt overlijdt in oktober 2025. De vrouw doet
aangifte erfbelasting en benut daarbij de vrijstelling en het lage tarief voor fiscale
partners. Maar de inspecteur legt haar een navorderingsaanslag erfbelasting op. Daarbij
neemt hij de partnervrijstelling terug en hij past de vrijstelling voor overige verkrijgers
toe. Wanneer de vrouw in beroep gaat, vernietigt Rechtbank Zeeland-West-Brabant de
navorderingsaanslag. De Belastingdienst gaat echter in hoger beroep.
partnerschap kort heeft geduurd en belastingbesparing een rol speelde, is het partnerschap
niet van elke reële praktische betekenis ontbloot. De zorgverplichting tussen de vrouw
en de patiënt had wel degelijk praktische betekenis, gezien de wederzijdse genegenheid
en zorg. Het hof neemt in aanmerking dat de patiënt een woning heeft gekocht waarin
de vrouw hem zou verzorgen. Ook de verbouwing van deze woning, de verkoop van het
huis van de patiënt en zijn aanwezigheid bij de vrouw thuis in de weekenden wijzen
op wederzijdse zorg. De wederzijdse zorg en genegenheid tussen de vrouw en de patiënt
onderbouwen de reële betekenis van het geregistreerd partnerschap. Daarom bevestigt
het hof de uitspraak van de rechtbank.
(gepubl. 18-07-2023).