Stilzitten na faillissement zoon is geen prijsgeven van vordering

schedule 21 aug 2025
bookmark_border Fiscaal, Ondernemer, DGA, IB-ondernemer, ZZP, Particulier



Rechtbank Gelderland oordeelt dat een bv die na het faillissement van de zoon geen
verdere actie onderneemt, daarmee nog niet de restantvordering prijsgeeft en er dus
geen winstuitdeling plaatsvindt.





Een man is gehuwd en zijn echtgenote is enig aandeelhouder van een bv. In 2006 heeft
de bv een lening van € 90.000 verstrekt aan hun zoon. De voorwaarden zijn in 2011
schriftelijk vastgelegd: onbepaalde tijd, 3% rente, geen aflossingsverplichting. In
2014 heeft de bv de vordering van toen € 74.745 ten laste van het resultaat afgewaardeerd
naar nihil, maar de Belastingdienst accepteerde dit niet. De zoon is in 2015 failliet
verklaard en toegelaten tot de WSNP. In 2018 is de slotuitdelingslijst opgemaakt waarbij
de bv uiteindelijk € 7.764 heeft ontvangen van haar ingediende vordering van € 151.717.
De inspecteur stelt dat sprake is van een winstuitdeling van € 73.047 in 2018 omdat
de restantvordering het vermogen van de bv definitief heeft verlaten.


Geen prijsgeven van vordering Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van een onttrekking of uitdeling.
Er is niet gebleken dat de vordering op de zoon het vermogen van de bv definitief
heeft verlaten of dat de bv deze vordering op enige manier heeft prijsgegeven. Integendeel,
de bv heeft het volledige bedrag van haar vordering bij de curator ingediend. Ook
wanneer de situatie materieel overeenkomt met een formele kwijtschelding, betekent
dit nog niet dat daarmee de gehele restantvordering is prijsgegeven. Een enkel stilzitten
na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst is onvoldoende om aan te nemen
dat de vordering is prijsgegeven. Het beroep van de man wordt gegrond verklaard en
het belastbare inkomen verlaagd.


Bron: Rb. Gelderland, 04-07-2025.


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-1014033