Bedrijfstakpensioenfonds draagt beleggingsrisico niet primair, geen btw-vrijstelling
Het hof oordeelt dat een bedrijfstakpensioenfonds met een middelloonregeling niet Een bedrijfstakpensioenfonds voert een middelloonregeling uit voor werknemers uit Beleggingsrisico en btw-vrijstelling Het hof toetst, in lijn met recente Europese rechtspraak, of het pensioenfonds kwalificeert Bron: hof Den Haag 22-04-25 (gepubl.14-05-25).
kwalificeert als een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen. De deelnemers
dragen het beleggingsrisico niet in de eerste plaats, waardoor de vrijstelling voor
btw op beheerdiensten niet geldt
diverse sectoren. Het fonds belegt de ontvangen premies collectief en keert bij ouderdom
of overlijden een pensioen uit, gebaseerd op het gemiddelde salaris en het aantal
dienstjaren. De pensioenregeling bevat mogelijkheden voor indexatie en korting van
pensioenen, afhankelijk van de dekkingsgraad en financiële situatie van het fonds.
In 2018 koopt het fonds vermogensbeheerdiensten in bij een buitenlandse partij en
voldoet hierover verlegde btw. Het fonds stelt dat het beheer van haar vermogen btw-vrijgesteld
is, omdat zij volgens haar deelnemers het beleggingsrisico dragen en het fonds vergelijkbaar
zou zijn met andere vrijgestelde fondsen.
als een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen in de zin van art. 11, lid
1, onderdeel i, ten derde, Wet OB 1968. Doorslaggevend is of het pensioen van de deelnemers
in de eerste plaats afhankelijk is van de beleggingsresultaten. Het hof constateert
dat bij een middelloonregeling de hoogte van het pensioen vooral wordt bepaald door
het aantal dienstjaren en het salaris, niet door de beleggingsopbrengsten. Indexatie
of korting op pensioenen is slechts in beperkte mate en indirect afhankelijk van het
beleggingsresultaat. Het feit dat het fonds in 2013 eenmalig de pensioenen heeft gekort,
maakt dit niet anders. Ook is het fonds niet vergelijkbaar met een DC-fonds, omdat
deelnemers geen rechtstreeks beleggingsrisico lopen. Vergelijkingen met buitenlandse
fondsen zijn volgens het hof niet relevant. Het hof bevestigt dat het bedrijfstakpensioenfonds
geen ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen is. De deelnemers dragen het
beleggingsrisico niet primair, waardoor de btw-vrijstelling voor het beheer van het
fondsvermogen niet van toepassing is. Het hoger beroep is ongegrond.