Bij ontbreken rittenregistratie toch bijtelling auto, maar geen vergrijpboete
Een bv kan zonder rittenregistratie niet aantonen dat met een ter beschikking gestelde Een bv exploiteert een kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang en laat werknemers Auto staat ter beschikking ondanks verbod Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de auto in fiscale zin wel aan mevrouw A ter beschikking Geen grove schuld voor boeten Het hof vernietigt echter de vergrijpboeten omdat de inspecteur niet overtuigend heeft Bron: Hof Den Haag 12-8-2025 (gepubl. 26-08-2025).
auto minder dan 500 kilometer privé is gereden. De bijtelling is dan terecht, maar
een vergrijpboete vereist overtuigend bewijs van grove schuld en daar slaagt de inspecteur
niet in.
vier auto’s gebruiken voor het vervoer van kinderen en boodschappen. De werknemers
tekenen autoverklaringen waarin privégebruik wordt verboden en de auto’s worden ’s
avonds teruggeparkeerd bij de locatie met sleutels in een sleutelkastje. Een van de
werknemers is mevrouw A, locatiemanager en indirect bestuurder via haar honderd procent-dochter.
Na een boekenonderzoek legt de inspecteur over 2015 en 2016 naheffingsaanslagen loonheffing
op van respectievelijk € 6.732 en € 6.804, plus vergrijpboeten en belastingrente.
Het geschil betreft de vraag of de auto aan mevrouw A ter beschikking stond en of
is bewezen dat deze minder dan 500 kilometer privé werd gebruikt.
stond. Het gaat niet om de doeleinden waarvoor de auto wordt gebruikt, maar of de
werknemer kan bepalen of en op welke wijze zij van de auto gebruik maakt. Doordat
mevrouw A indirect bestuurder was en locatiemanager, kon zij bepalen hoe zij de auto
gebruikte. Ook kon zij over de autosleutels beschikken, ondanks het beheer door een
andere medewerker. Het verbod op privégebruik in de autoverklaring is niet relevant
voor de vraag of sprake is van terbeschikkingstelling, maar voor het bewijs dat minder
dan 500 kilometer privé is gereden. De bv heeft geen rittenregistratie bijgehouden
en geen verifieerbare informatie overgelegd dat de auto niet voor privéritten werd
gebruikt.
aangetoond dat sprake was van grove schuld. De bv liet werknemers autoverklaringen
ondertekenen, legde regels vast in het personeelshandboek en gebruikte een sleutelkastje.
Mevrouw A verklaarde geloofwaardig dat zij als minderheidsaandeelhouder voorzichtig
was en niet wilde dat collega’s zouden denken dat zij misbruik maakte van haar positie.
Onder deze omstandigheden handelde de bv niet met grove schuld door ervan uit te gaan
dat voldoende was gewaarborgd dat de auto niet privé zou worden gebruikt.