Cryptovaluta definitief in box 3 belast
Ook de Hoge Raad oordeelt dat cryptovaluta als vermogensbestanddelen tot de rendementsgrondslag Een vrouw heeft in haar aangifte IB/PVV 2019 cryptovaluta (bitcoins en altcoins) aangegeven Economische waarde en overdraagbaarheid De Hoge Raad verwijst naar het oordeel van het hof dat cryptovaluta economische waarde Bron: Hoge Raad 25-04-2025, Hof Amsterdam 05-11-2024 (gepubl. 27-11-2024).
voor box 3 behoren.
als overige bezittingen in box 3. De inspecteur heeft deze cryptovaluta aangemerkt
als vermogensbestanddelen die tot de rendementsgrondslag voor box 3 behoren. De vrouw
betoogt dat cryptovaluta niet voldoen aan de definitie van vermogensrechten in Boek 3
van het Burgerlijk Wetboek. Verder zou er geen verplichting van een ander aan de belastingplichtige
bestaan, wat vereist zou zijn voor een bezitting in box 3. Hof Amsterdam heeft dit
betoog verworpen. Daarop is de vrouw in cassatie gegaan.
vertegenwoordigen en overdraagbaar zijn. Men kan cryptovaluta kopen en verkopen en
de levering kan plaatsvinden door het verzenden van de ene wallet naar de andere.
Deze eigenschappen hebben het hof tot het oordeel gebracht dat cryptovaluta onder
de bezittingen in box 3 vallen. De oordelen van het hof geven volgens de Hoge Raad
geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Bovendien zijn de oordelen van het hof
verweven met waarderingen van feitelijke aard, waardoor zij niet verder door de Hoge
Raad zijn te onderzoeken. Daarom bevestigt de Hoge Raad het oordeel van het hof en
verklaart het cassatieberoep van de vrouw ongegrond.