Geen fiscale eenheid omzetbelasting en geen aftrek voor certificaathouder zonder stemrecht

schedule 23 juni 2025
bookmark_border Fiscaal, Ondernemersnieuws, Ondernemer, DGA



Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een bv geen fiscale eenheid vormt voor de btw met
haar dochtervennootschappen en geen recht heeft op aftrek van voorbelasting, omdat
de managementdiensten om niet zijn verricht en de leningverstrekking is vrijgesteld.





Een bv wordt in april 2018 opgericht om financiering aan te trekken voor een beleggingsproduct
door het uitgeven van certificaten van aandelen. De bv verkrijgt certificaten in een
andere bv en leent vanaf medio 2018 geld uit aan deze vennootschap, waarvoor zij rente
ontvangt. In augustus 2019 vraagt de bv samen met twee andere vennootschappen om een
fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De inspecteur wijst dit af, omdat er volgens
hem geen sprake is van financiële verwevenheid tussen de bv en de andere vennootschappen.
De bv voert aan dat zij via managementactiviteiten en het verstrekken van financiering
wel degelijk verweven is met de andere partijen.


Geen fiscale eenheid zonder stemrecht Het hof oordeelt dat de bv in 2018 alleen certificaten van aandelen bezit, terwijl
de stemrechten bij de bestuurders van de administratiekantoren liggen. Hierdoor is
er geen financiële verwevenheid: de zeggenschap over de aandelen en het recht op de
inkomsten uit de aandelen zijn niet in dezelfde handen. Dit betekent dat de bv geen
fiscale eenheid voor de omzetbelasting kan vormen met de andere vennootschappen.


Geen recht op aftrek voorbelasting Omdat er geen fiscale eenheid is, beoordeelt het hof of de bv zelfstandig recht heeft
op aftrek van voorbelasting. De activiteiten van de bv in 2018 bestaan uit het verstrekken
van leningen (vrijgesteld van btw), het verrichten van managementdiensten (waarvoor
geen vergoeding is bedongen en geen facturen zijn uitgereikt) en het aantrekken van
financiering door uitgifte van certificaten (geen btw-belaste prestatie). Het hof
concludeert dat de bv geen belaste prestaties verricht en dus geen recht heeft op
aftrek van voorbelasting.


Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 03-06-2025.


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-980929