Hof Amsterdam vernietigt aanslag schenkbelasting van ruim € 1 miljoen wegens verlopen verjaringstermijn
De aanslag schenkbelasting van ruim € 1 miljoen is vernietigd omdat de verjaringstermijn In 2006 ontvangt een vrouw een schenking van € 4 miljoen van haar echtgenoot. De man Verjaringstermijn en uitleg wetsartikel Het hof oordeelt dat artikel 66, lid 1, onder 2, Successiewet 1956 duidelijk is: de Bron: Hof Amsterdam, 29-07-2025.
volgens het hof al liep vanaf het overlijden van de schenker in 2007. De inspecteur
was daardoor te laat met het opleggen van de aanslag.
overlijdt in 2007. Pas na een inkeermelding in 2019 komt de inspecteur op de hoogte
van het niet aangegeven buitenlands vermogen en de schenking. Na uitreiking van een
aangifteformulier in 2020, dat leeg wordt teruggestuurd, legt de inspecteur in 2021
een aanslag schenkbelasting op van ruim € 1 miljoen. De vrouw vecht deze aanslag aan,
stellend dat de verjaringstermijn is begonnen bij het eerste overlijden, dat van haar
echtgenoot, waardoor oplegging in 2021 niet meer mogelijk was.
verjaringstermijn voor het opleggen van een aanslag schenkbelasting vangt aan bij
het eerste overlijden van de schenker of de begiftigde. Volgens het hof heeft de wetgever
bewust gekozen voor deze tekst, en is het niet correct dat de inspecteur opnieuw een
verjaringstermijn mag laten starten bij overlijden van de begiftigde. Omdat de schenker
al in 2007 is overleden en de aanslag pas in 2021 is opgelegd, is de termijn verstreken
en mocht de inspecteur geen aanslag meer opleggen. Het beroep is gegrond.