NOB: Heroverweeg de voorgestelde wijziging teruggaafregeling dividendbelasting
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) uit stevige kritiek op de voorgestelde Volgens de NOB is de regeling te ingewikkeld, in de praktijk nauwelijks uitvoerbaar Zware administratieve last De NOB geeft aan dat de regeling in de praktijk niet of nauwelijks tot teruggave van Bron: NOB 19-09-2025, ‘Heroverweeg de voorgestelde wijziging teruggaafregeling dividendbelasting’.
teruggaafregeling voor de dividendbelasting voor Nederlandse beleggers in buitenlandse
beleggingsinstellingen.
en waarschijnlijk in strijd met het Unierecht. De organisatie benadrukt dat het wetsontwerp
volgt op een arrest van de Hoge Raad van 13 september 2024, waarin werd bepaald dat
Nederlandse beleggers via buitenlandse beleggingsinstellingen niet zwaarder mogen
worden belast dan via een Nederlandse fiscale beleggingsinstelling (fbi).
dividendbelasting zal leiden, omdat er een zware administratieve en bewijslast op
de belegger wordt gelegd. Alleen als buitenlandse beleggingsinstellingen vrijwillig
de benodigde informatie aanleveren, kunnen beleggers aanspraak maken op teruggaaf.
Dit is onzeker, want buitenlandse instellingen kennen hun beleggers vaak niet en het
is de vraag of zij bereid zijn deze extra inspanning te leveren. Daarnaast geldt de
regeling enkel voor in Nederland gevestigde beleggers. Volgens vaste rechtspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) zouden echter ook buitenlandse,
bijvoorbeeld EU- of EER-beleggers, recht moeten hebben op gelijke behandeling. Dit
punt is extra actueel omdat de Europese Commissie Nederland hierover een met redenen
omkleed advies heeft gestuurd. De NOB waarschuwt daarom dat de voorgestelde regeling
waarschijnlijk niet ‘EU-proof’ is en adviseert de regering om deze kwestie te bespreken
met de Europese Commissie. Tot slot vraagt de NOB meer aandacht voor gelijke behandeling
en praktische uitvoerbaarheid, en bepleit uitbreiding van de regeling naar buitenlandse
beleggers.