KvK-inschrijving en btw-nummer onvoldoende voor IB-ondernemerschap bij dga
Hof Den Haag oordeelt dat een man geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, ook Een man bezit samen met twee anderen alle aandelen in een holding die op haar beurt Geen duurzame organisatie van kapitaal en arbeid Volgens Hof Den Haag is geen sprake van een onderneming in de zin van artikel 3.2 Geen vertrouwen of ongelijke behandeling Het hof verwerpt ook het beroep op het vertrouwensbeginsel: uit het controlerapport Bron: Hof Den Haag 16-10-2025.
al stond hij ingeschreven bij de KvK en droeg hij btw af. De managementvergoeding
die hij van zijn bv ontving, is terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.
de aandelen houdt in twee werkmaatschappijen. Hij factureert jaarlijks € 48.000 aan
de holding als managementvergoeding. In zijn aangiften ib/pvv 2013 t/m 2016 rekent
hij deze inkomsten tot de winst uit onderneming en claimt hij zelfstandigenaftrek.
Na een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur dit: de man is volgens de fiscus feitelijk
werknemer van de bv, zodat sprake is van loon of – uit coulance – van resultaat uit
overige werkzaamheden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de man gaat
in hoger beroep.
Wet IB 2001. De man toont niet aan dat hij een duurzame organisatie van kapitaal en
arbeid heeft waarmee hij zelfstandig deelneemt aan het economisch verkeer. De enkele
inschrijving bij de Kamer van Koophandel, het bezit van een btw-nummer en het hebben
van enkele balansposten zijn daarvoor onvoldoende. De inspecteur mocht daarom de zelfstandigenaftrek
weigeren en de inkomsten als resultaat uit overige werkzaamheden aanmerken.
blijkt juist dat de inspecteur voor de jaren vóór 2017 correcties in de inkomstenbelasting
zou doorvoeren. De gestelde toezegging van de Belastingdienst Groningen is niet met
stukken onderbouwd. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt, omdat de man
geen concrete vergelijkbare gevallen heeft genoemd waarin gunstiger is gehandeld.
Het hoger beroep is ongegrond en de uitspraak van de rechtbank blijft in stand.