Villabelasting niet in strijd met algemene rechtsbeginselen
Hof Amsterdam oordeelt dat het verhoogde eigenwoningforfait voor woningen boven € 1,1 Een man bezit samen met zijn fiscale partner een eigen woning met een WOZ-waarde van Geen toetsing aan algemene rechtsbeginselen mogelijk Het hof wijst erop dat het eigenwoningforfait en de afbouw van de Hillen-regeling Geen strijd met EVRM; ruime beoordelingsmarge wetgever Het hof oordeelt verder dat belastingplichtigen met een hoge eigenwoningschuld niet Bron: Hof Amsterdam 21-10-2025.
miljoen en de afbouw van de Hillen-regeling niet in strijd zijn met het gelijkheids-
of evenredigheidsbeginsel. Ook is geen sprake van discriminatie onder artikel 14 EVRM
of strijd met art. 1 EP EVRM.
€ 2.377.000 (2021). De definitieve aanslag ib/pvv 2021 volgt volledig de aangifte.
Het saldo van het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten bedraagt € 2.898 positief,
volledig toegerekend aan de man. Het eigenwoningforfait komt uit op € 35.324, terwijl
de aftrekbare rente € 6.336 bedraagt. Daarnaast is de aftrek wegens geen of geringe
eigenwoningschuld (Hillen-aftrek) toegepast voor 90% van het verschil. De man vindt
dat de combinatie van het hoge forfaitaire percentage boven € 1.110.000 en de afbouw
van de Hillen-regeling leidt tot een onredelijke en discriminerende belastingdruk.
Hij stelt dat dit stelselmatig in strijd is met algemene rechtsbeginselen en met art.
14 EVRM in samenhang met art. 1 EP EVRM.
in een wet in formele zin staan. Die mag de rechter niet toetsen aan algemene rechtsbeginselen
(art. 120 Grondwet). Alleen als toepassing in een individueel geval tot onvoorziene
en ernstige strijd met fundamentele beginselen leidt, kan een uitzondering worden
gemaakt. Volgens het hof is daarvan geen sprake. De wetgever heeft bewust gekozen
voor een hogere forfaitaire bijtelling bij zeer dure woningen en voor geleidelijke
afbouw van de Hillen-aftrek. Dat dit voor de man relatief ongunstig uitpakt, maakt
de regeling niet onrechtmatig. Zijn beroep op het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel
faalt.
vergelijkbaar zijn met iemand met een vrijwel afgeloste woning. Daarom is er geen
ongelijke behandeling bij de afbouw van de Hillen-regeling. Ook onder artikel 1 EP
EVRM blijft de wetgever binnen zijn ruime beoordelingsvrijheid. De keuze om bij dure
woningen het beleggingsaspect zwaarder te laten wegen is volgens het hof niet zonder
redelijke grond. Dat het forfaitaire percentage leidt tot heffing over niet-gerealiseerde
inkomsten, maakt dat niet anders; de wet mag met een forfait werken. Het forfait van
2,35% voor de waarde boven € 1.110.000 acht het hof niet buitensporig. Het hoger beroep
is ongegrond.