Navorderingsaanslag box 3 vernietigd omdat inspecteur onvoldoende vereiste voortvarendheid betracht

schedule 20 nov 2025
bookmark_border Fiscaal, Ondernemer, DGA, IB-ondernemer, ZZP, Particulier



Het hof vernietigt de navorderingsaanslag ib/pvv en de boetebeschikking over 2015,
omdat de inspecteur niet voortvarend genoeg heeft gehandeld.





Een man heeft in de jaren 2015 en 2016 twee bankrekeningen in Italië aangehouden,
waarvan één samen met zijn broer. In zijn aangiften ib/pvv over deze jaren heeft hij
geen inkomen uit sparen en beleggen opgegeven. De inspecteur ontvangt in 2019 via
internationale uitwisseling informatie over deze buitenlandse tegoeden en vraagt de
man om opheldering. De man reageert niet inhoudelijk op herhaalde verzoeken om informatie.
Uiteindelijk legt de inspecteur navorderingsaanslagen en vergrijpboeten op over 2015
en 2016, waarbij hij uitgaat van volledige gerechtigdheid van de man tot de Italiaanse
banktegoeden. De man stelt dat hij slechts deels gerechtigd is en dat het saldo deels
aan een derde toekomt, maar kan dit niet onderbouwen.


Navorderingsaanslag vernietigd wegens gebrek aan voortvarendheid Het hof oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslag over
2015 niet voortvarend genoeg heeft gehandeld. De inspecteur had al in maart 2019 voldoende
aanwijzingen om een onderzoek te starten, maar wachtte ruim negen maanden met het
opvragen van nadere informatie. Omdat deze vertraging niet wordt verklaard, vervalt
de bevoegdheid tot navorderen voor 2015. De navorderingsaanslag en de bijbehorende
boete en belastingrente over 2015 worden vernietigd.


Aanslag en boete 2016 grotendeels in stand, boete verlaagd Voor 2016 is de navorderingsaanslag binnen de reguliere termijn opgelegd. Het hof
vindt aannemelijk dat de man volledig gerechtigd is tot de Italiaanse banktegoeden
en dat hij bewust geen box 3-inkomen heeft aangegeven. De inspecteur mag daarom navorderen
en een vergrijpboete opleggen. Wel verlaagt het hof de boete tot 150% van de nagevorderde
belasting, omdat het element recidive vervalt en de ernst van de overtreding dat rechtvaardigt.


Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 04-11-2025.


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-1083998