Standpunt overgangsrecht bestaande eigenwoningschulden en fictieve vervreemding eigen woning

schedule 20 nov 2025
bookmark_border Fiscaal, Ondernemer, DGA, IB-ondernemer, ZZP, Particulier



De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of het recht op overgangsrecht
voor bestaande eigenwoningschulden kan herleven als sprake is van een fictieve vervreemding
van de oude eigen woning en vervolgens een nieuwe eigen woning wordt gekocht.





Een belastingplichtige heeft vóór 2013 zijn eerste eigen woning gekocht voor € 200.000
en is voor dit bedrag een aflossingsvrije lening aangegaan. De aflossingsvrije lening
kwalificeert als een bestaande eigenwoningschuld in de zin van artikel 10bis.1 van
de Wet inkomstenbelasting 2001. Na 2013 verhuist de belastingplichtige naar een huurwoning
en betrekt deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf. De oude woning wordt op dat
moment een vakantiewoning. Hierdoor gaan de oude woning en de aflossingsvrije lening
over naar box 3. Na een jaar koopt de belastingplichtige een nieuwe woning, waarvoor
hij een aflossingsvrije lening van € 200.000 aangaat. Hij verhuist onmiddellijk naar
deze nieuwe woning. De nieuwe woning kwalificeert als eigen woning in de zin van artikel
3.111 Wet IB 2001. Na toepassing van de bijleenregeling bedraagt de maximale eigenwoningschuld
€ 200.000.


Vraag Kwalificeert de aflossingsvrije lening voor de nieuwe eigen woning als een BEWS?


Antwoord Nee. De aflossingsvrije lening voor de nieuwe eigen woning kwalificeert niet als een
BEWS in de zin van artikel 10bis.1, eerste lid, Wet IB 2001.


Bron: Belastingdienst, kennisgroepstandpunt nr. KG:051:2025:8.


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-1083999