Partner voert activiteiten uit, geen ondernemerschap voor btw
Een vrouw die formeel als ondernemer staat ingeschreven, maar waarbij haar partner Een arts, woonachtig in het buitenland, staat sinds 2011 ingeschreven als eenmanszaak Niet aannemelijk dat vrouw zelfstandig activiteiten verricht Het hof bevestigt het Bron: hof Amsterdam 11-02-25 (gepubl. 28-05-25).
alle activiteiten uitvoert, is geen ondernemer voor de btw en heeft geen recht op
vooraftrek.
en is daarnaast maat in een medische maatschap. In 2015 breidt zij haar inschrijving
uit met een handelsnaam voor een bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van landbouwmachines
voor de farmaceutische industrie. Haar partner wordt als gevolmachtigde ingeschreven.
Zij vraagt in haar aangiften btw-teruggaven aan, onder meer voor de bouw van een oogstmachine.
Naar aanleiding van een opvallende factuur wordt een boekenonderzoek ingesteld. Uit
verklaringen blijkt dat haar partner alle zakelijke contacten, administratieve en
fiscale werkzaamheden verricht en het patent op de oogstmachine op zijn naam staat.
De inspecteur legt een naheffingsaanslag op, die na bezwaar wordt verminderd. De vrouw
stelt in beroep dat zij het ondernemersrisico heeft gedragen en betrokken was bij
de ontwikkeling en verkoop van de machine.
oordeel van de rechtbank dat de vrouw niet zelfstandig economische activiteiten heeft
verricht onder de handelsnaam van het bedrijf. Doorslaggevend is dat haar partner
het octrooi bezit, alle zakelijke contacten onderhield en de administratie voerde.
De vrouw heeft geen bewijs geleverd van eigen betrokkenheid bij contracten of transacties.
Enkel het dragen van financieel risico is onvoldoende voor btw-ondernemerschap. Ook
het feit dat zij betalingen heeft gedaan of dat facturen op de bedrijfsnaam staan,
maakt haar niet tot ondernemer voor de btw. De naheffingsaanslag blijft daarom in
stand.