Onzakelijk hoge rente op aandeelhoudersleningen leidt tot dividendbelasting

schedule 30 juni 2025
bookmark_border Fiscaal, Ondernemer, DGA, IB-ondernemer



Rechtbank Noord-Holland stelt dat de aandeelhoudersleningen zakelijk zijn, maar dat
een rente van 10% op aandeelhoudersleningen voor vastgoedbeleggingen onzakelijk hoog
is. De rechtbank stelt dat 4,25% rente zakelijk is en het meerdere als verkapte dividenduitkering
wordt belast. De opgelegde vergrijpboetes worden vernietigd omdat niet overtuigend
is aangetoond dat sprake is van opzet of grove schuld bij de bv.





Een bv die in commercieel vastgoed belegt heeft van haar buitenlandse aandeelhouders
leningen ontvangen tegen 10% rente. De inspecteur stelt dat deze rente onzakelijk
hoog is en legt naheffingsaanslagen dividendbelasting op over de jaren 2014-2017.
Gelijktijdig worden vergrijpboetes van 50% opgelegd. De bv betoogt dat de rente zakelijk
is en verwijst naar een door haar ingeschakelde transfer pricing-deskundige die 10%
rente als marktconform beoordeelde. Het geschil betreft de vraag of de overeengekomen
rente zakelijk is en of het bovenmatige deel kwalificeert als dividenduitkering.


Aandeelhoudersleningen zijn zakelijk Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de leningen zelf wel zakelijke leningen zijn.
De bv was ten tijde van de financiering een solvabele debiteur die belegde in Nederlandse
kantoorpanden met gereputeerde huurders en langlopende huurcontracten. Met 40% eigen
vermogen en 60% vreemd vermogen was er ruim voldoende capaciteit om rente en aflossing
te betalen. Dat geen hypothecaire zekerheid is verstrekt voor de leningen heeft geen
nadelig effect op het kredietrisico. De rechtbank volgt daarmee niet het standpunt
van de inspecteur dat de leningen als bodemloze put moeten worden aangemerkt.


Rente van 4,25% is zakelijk De rechtbank acht de overeengekomen rente van 10% echter onzakelijk hoog. Op basis
van verschillende marktonderzoeken naar vastgoedfinanciering in 2014-2015 concludeert
de rechtbank dat senior financiering tegen aanzienlijk lagere rentepercentages beschikbaar
was. De verschillende rapporten geven rentepercentages tot maximaal 4,25% weer. De
rechtbank oordeelt dat een rente van 4,25% op de leningen nog als zakelijk is te beschouwen
en het meerdere als onzakelijke rente moet worden aangemerkt. Het door de bv overgelegde
transfer pricing-rapport overtuigt niet, omdat de gekozen benchmark van obligaties
van voornamelijk banken niet representatief is voor vastgoedfinanciering.


Verkapte dividenduitkeringen Het deel van de rentebetalingen boven 4,25% kwalificeert als verkapte dividenduitkering.
De rechtbank past de dubbele bewustheidseis toe: zowel de bv als haar aandeelhouders
moeten zich bewust zijn geweest van de bevoordeling. Door het grote verschil tussen
4,25% en 10% hadden partijen zich volgens de rechtbank bewust moeten zijn van de bevoordeling.
Dat een transfer pricing-deskundige 10% rente als zakelijk had beoordeeld doet daar
niet aan af. De onttrekkingen hebben plaatsgevonden uit de agioreserve van de bv.
De rechtbank vernietigt wel de vergrijpboetes omdat de inspecteur niet overtuigend
heeft bewezen dat sprake is van opzet of grove schuld. Transfer pricing-problematiek
is complex en de bv had deskundigen ingeschakeld.


Bron: Rb. Noord-Holland 24-12-2024 (gepubl. 25-06-2025).


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-984010