Verkrijgingsprijs niet verhoogd door verrekening vorderingen zakenpartner
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de verkrijgingsprijs van aandelen niet kan worden Een man heeft in 2010 een belang van 25% gekocht in een Tsjechische vennootschap van Hof verwerpt bewering over verrekening vorderingen Het hof oordeelt dat de man er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat de Het hof wijst er verder op dat de man tegelijkertijd stelt dat zijn zakenpartner ten Bron: hof Arnhem-Leeuwarden 27-05-25 (gepubl. 06-06-25).
verhoogd met vorderingen op de verkoper die naar bewering zijn verrekend, als dit
niet voldoende wordt bewezen.
zijn zakenpartner voor CZK 50.000. In 2011 verkocht hij zijn aandelen voor CZK 10.644.743,
wat resulteerde in een vervreemdingsvoordeel van ruim € 380.000. De man stelde dat
hij bij de aankoop in 2010 vorderingen ter waarde van CZK 17.300.000 op zijn zakenpartner
had verrekend, waardoor de werkelijke verkrijgingsprijs veel hoger zou zijn dan de
formele koopsom. Hij had zijn zakenpartner in de loop der jaren geld geleend en beweerde
dat deze schulden waren aangegaan vanwege diverse malversaties door de zakenpartner
tijdens een periode dat hijzelf in voorarrest zat.
verkrijgingsprijs hoger was dan de formele koopsom van CZK 50.000. Het hof stelt voorop
dat de man zelf ter zitting heeft verklaard dat hij ten tijde van de aankoop niet
wist wat de waarde van de aandelen was en evenmin welke vorderingen hij precies had
op zijn zakenpartner. Bovendien heeft de man geen waarderingsrapport of jaarrekeningen
overgelegd waaruit de werkelijke waarde van de aandelen kan worden afgeleid.
tijde van de verkrijging technisch failliet was en dat op hem niets te verhalen viel.
Dit maakt het onaannemelijk dat aan de beweerde vorderingen enige waarde kan worden
toegekend. Ook ontbreekt volgens het hof een voldoende causaal verband tussen de gestelde
verrekening van vorderingen en de verkrijging van de aandelen. De brief uit december
2010 waarin de man zijn vorderingen opsomt, dateert van een half jaar na de aankoop
en rept niet over de eerdere aandelentransactie. Het hoger beroep van de man is ongegrond
en het hoger beroep van de inspecteur gegrond.